Slank gebouwd reptiel, met droge hoornen schubben bedekt, lichtbruin of grijs gekleurde rug met rijen onregelmatige zwarte vlekjes bedekt, buikzijde lichtgekleurd. Alleen de mannetjes zijn lichtgroen gekleurd aan de zijkanten. Hagedissen hebben meestal vier poten met elk vijf tenen. Sommige soorten hebben helemaal geen poten (hazelwormen).
Langs bosranden, akkers, in duinen en heidegebieden.
Europa en Aziƫ.
19 cm
In april en mei is de paartijd. In juni en juli worden 6 tot 13 eitjes in een kuiltje gelegd. Na een maand komen de eitjes uit. Ze vervellen meerdere malen tijdens de groei. Na 4 tot 5 jaar zijn ze volgroeid.
Doen van oktober tot maart een winterslaap. Houden van warme zonnige plaatsen.