Nederlands: Buntgras
Familie: Grassenfamilie, Gramineae
droge heide, duinen
Afmeting: 10 tot 35 cm.
Levensduur: Overblijvend.
Bloeimaanden: Juni en juli.
Wortels: Een dicht wortelstelsel, soms tot ruim 0,5 meter diep, horizontaal ongeveer tot 0,5 meter buiten de pol, delen van de lange wortels dicht bezet met korte, fijne zijworteltjes.
Stengels: Blauwgrijs, naar de voet vaak paarsig of roze, zeer dichte pollen vormend.
Bladeren: Borstelachtig ingerold, stijf, rechtop, ruw door hele kleine stekeltjes, een scherpe punt, tongetje spits, 2 tot 4 mm.
Bloemen: Bloempluim fijn vertakt, zilvergrijs, na de bloei samengetrokken, vaak roodachtig aangelopen, aartjes met 2 bloemen, 3 tot 4 mm, aaras behaard, 2 ongeveer even grote kelkkafjes met 1 nerf, langer dan de bloemen die ze omsluiten, de naald van het onderste kroonkafje knotsvormig verdikt, in het aartje verborgen.
Bodem: Zonnige, open plaatsen op droge, voedselarme, zwak zure, kalkarme, meestal humusarme grond.
Groeiplaatsen: Duinen, dennenbosranden, zandverstuivingen, heide, bermen, greppelkanten, spoorwegterreinen, zandgroeven en verlaten akkertjes.
Wereld: Van Marokko via Zuidwest- en Midden-Europa tot in West-Rusland en Zuid-Scandinaviƫ.
Belgiƫ: Vrij algemeen.